MCT-olie is een bron van Medium Chain Triglycerides (middellange vetzuurketens). Voorbeelden van MCT-oliën zijn kokosolie en palmpitolie. Ze bestaan beide uit ongeveer 50 -60% MCT’s. Ons menselijk lichaam is in staat om MCT-olie vrijwel meteen te kunnen verwerken, waardoor de olie meteen beschikbaar is als energiebron. Het kan dus als een energiebron dienen, terwijl de bloedsuikerspiegel stabiel blijft. Er bestaan vier soorten MCT’s: C6, C8, C10 en C12. Ze worden zo genoemd omwille van het aantal koolstofatomen dat ze bevatten.
MCT-olie en het ketogeen dieet
Het
gebruik van MCT-olie kan een waardevolle toevoeging zijn bij het ketogeen
dieet. MCT-olie bevat makkelijk verteerbare vetzuren die snel kunnen worden
getransporteerd naar de lever om vervolgens te worden omgezet in ketonen.
MCT-vetzuren kunnen makkelijker dan andere vetzuren omgezet worden in ketonen.
Voor personen die een ketogeen dieet volgen, kunnen MCT’s ervoor zorgen dat je
langer in de vet verbrandende ketogene zone blijft zitten. Dit kan helpen om de
bloedsuikerspiegel te reguleren en daarmee ook gewicht te verliezen. Bij een
ketogeen dieet bestaat je dagelijkse inname uit ongeveer 70% vet, 25% eiwitten
en 5% koolhydraten. Ketonen zijn de energieleveranciers van het lichaam indien
er geen gebruik gemaakt kan worden van glycogeen. Ketonen zijn vele malen
efficiënter dan glucose.
Wat doet C8 Caprylzuur met je lichaam?
1) C-8 geeft je energieniveau een boost
en versnelt de vetverbranding.
2) C-8 wordt door het lichaam zeer
snel en eenvoudig omgezet naar energie. Dit betekent dat C8-moleculen snel de krachtige
effecten op het lichaam laten zien, zonder veel tijd te besteden aan de
verwerking in de lever.
3) Wanneer je C-8 via je voeding
binnen krijgt, verandert deze bijna onmiddellijk in ketonen.
4) De inname van C-8 leidt tot betere
fysieke prestaties.
5) C-8 zorgt heeft invloed op je mentale
helderheid.
6) Versterkt het geheugen doordat de hersenen sneller en
beter gevoed worden.
7) C8 verbetert de thermogenese
van het lichaam. Hiermee heeft het lichaam het vermogen om extra calorieën
te verbranden.
Wat doet C-10 Caprinezuur met je lichaam?
1) C-10 versterkt je immuunsysteem
sterker als caprylzuren.
2) C10 is antimicrobieel en
voorkomt schimmelinfecties.
3) Vetzuur C-10 verbetert huidaandoeningen
zoals acne en psoriasis.
4) C-10 geeft candida-albicans
weinig kans (schimmelinfectie die bijvoorbeeld voorkomt in darmen of vagina).
Een studie uit 2001 heeft uitgewezen dat C10 het meest succesvolle vetzuur is
bij het doden van de drie stammen van de schimmel Candida Albicans.
5) C10 verbetert de galafscheiding.
6) C10 verbetert het cholesterolmetabolisme.
7) C10 verbetert de spijsvertering
van andere vetten of vetzuren.
8) C-10 helpt ter voorkoming van
een lekkende darm.
9) C10 helpt lichaamsgewicht
te verliezen (thermosgenese).
Het helpt bij diarree,
leverstoornissen en vetverteringsproblemen.
1 Moeders die borstvoeding
geven en die C10-rijk voedsel aten, gaven de antimicrobiële kracht door aan hun
zuigelingen, wat hun vermogen om infecties te bestrijden verbeterde.
5 fantastische eigenschappen van MCT-olie als huidverzorging
Je huid is je eerste verdediging tegen aanvallen van buitenaf. Daarom verdient je huid het beste.
MCT-olie heeft een verzachtende, niet-verstoppende en antimicrobiële werking op je huid.
2) Gebruik het als ontschminker
en totaal reiniger van je huid.
3) MCT beschermt de huid
tegen vreemde micro-organismen. Bijvoorbeeld is gebleken dat MCT-olie
“propionbacteriën” doodt, verantwoordelijk voor inflammatoire acne. 3
soorten bacteriën die gelinkt worden met acne worden door MCT’s gedood
vooraleer ze acne kunnen uitlokken.
4) MCT’s helpen je huid hydrateren.
Ze helpen ook eczeem voorkomen. MCT’s uit kokosolie verhelpen een droge huid en
helpen een schilferende jeukende huiduitslag te voorkomen.
5) MCT’s helpen wonden te
genezen. Klinische testen bevestigen dat MCT het genezingsproces versnellen,
geeft een verbeterde antioxidanten status en verhoogt de collageen-niveau’s.
collageen is belangrijk om wonden te genezen.
Bron:
Biogezond september 2020 pag. 32-34.
